Overslaan en naar de inhoud gaan

Zoekveld

  • Agenda
  • Nieuws
Home

Regionaal landschap Noord-Hageland

  • Streek
  • Wie zijn wij?
    • organisatie
    • team
    • vacatures
    • wegbeschrijving
  • Wat doen wij?
    • landschapszorg
      • cultuurhistorisch erfgoed
      • kleine landschapselementen
    • educatie
    • recreatie
    • zorgen voor natuur
    • projecten
  • En nu jij!
  • Publicaties
    • brochures
    • wandel- en fietskaarten
    • jaarverslagen
  • contact

Soort in de kijker: Sleedoorn (Prunus spinosa)

woensdag 7 april 2021

7 april 2021

Overzicht

recenste nieuws

  • Soort in de kijker: Sleedoorn (Prunus spinosa)
  • Terugblik op 2020
  • Toekomst Demer- en Laakvallei
  • Natuur met zorg
  • Soort in de kijker: Steenuil (Athene noctua)

Soort in de kijker: Sleedoorn (Prunus spinosa)

Met de komst van de lente kleuren de voorjaarsbloeiers ons landschap. Eén van de vroegst bloeiende struiken in onze heggen, houtkanten en bosranden is sleedoorn (Prunus spinosa).

Deze stekelige plant toont vanaf eind maart eerst zijn kleine witte bloemen en krijgt nadien pas bladeren. In het najaar draagt de sleedoorn vruchten: kleine, blauwpaarse pruimpjes met een wrange smaak. Vriesweer verzacht de smaak van de vrucht. Je kan er sleedoornjenever, -stroop of -gelei van maken.

Oude takken lopen uit op doornen en zorgen voor ondoordringbare heggen, ideale neststruiken voor vogels. De vroegbloeiende plant voorziet de insecten van nectar. In het verleden zijn veel sleedoornplanten ingevoerd vanuit het buitenland. Deze soorten bloeien enkele weken vroeger. Mooi in het landschap, maar aangezien insecten op dat ogenblik nog niet rondvliegen, zijn deze soorten niet nuttig. Daarom is het belangrijk om altijd te kiezen voor streekeigen plantgoed.                                                  

Bij de aanplant van een heg, houtkant of bosrand bekijken we of de locatie geschikt is om sleedoorn aan te planten.  Hierbij houden we rekening met de hoeveelheid ruimte die de heg kan innemen. Sleedoorn maakt uitlopers onder de grond en komt dan enkele meters verderop weer boven. Ideaal op plaatsen waar veel dieren een nestplaats zoeken.

Een soort waarvoor sleedoorn heel belangrijk is, is de sleedoornpage (Thecla betulae). Deze kleine vlinder wordt zelden waargenomen. Deels omdat de vlinders hoog in de bomen leven, maar vooral omdat de soort stilaan verdwijnt in Vlaanderen. De sleedoornpage legt haar eitjes op het einde van de zomer in de oksels van jonge takken van sleedoorn. Deze eitjes lijken op golfballetjes van enkele millimeter groot. Het volgende voorjaar komen de rupsen uit en smullen ze ’s nachts van de frisgroene blaadjes van de plant. Hebben ze hun buikje rond gegeten, dan laten ze zich vallen in de strooisellaag waar ze verpoppen en ontwikkelen tot vlinder. De meeste kans om deze zeldzame vlinder waar te nemen is tussen eind juli en eind september. Dan drinkt hij honingdauw, een nectarachtige vloeistof afkomstig van blad- en schildluizen.