Eerste hulp bij bacterievuur



Delen

Wat is bacterievuur

Bacterievuur is een bacteriële ziekte die zich als een lopend vuur kan verspreiden. Deze ziekte kan op korte tijd zeer veel schade veroorzaken, niet alleen in boomgaarden van appels en peren, maar ook in openbare parken en privé tuinen kunnen sierbomen of struiken plots worden aangetast en hierdoor geheel of gedeeltelijk afsterven. Bovendien zorgen zieke bomen en struiken voor de verdere verspreiding van de ziekte naar andere gezonde, gevoelige planten in de buurt. Om de ziekte tegen te houden moeten de zieke delen ver genoeg worden weggesneden tot op een halve meter in het gezonde weefsel. Bacterievuur is een ziekte die alleen bij planten voorkomt en is dus niet gevaarlijk voor de mensen. 

Omdat deze ziekte zo snel kan uitbreiden zijn vooral de appel en perentelers als de dood voor deze ziekte. Wanneer ze de aangetaste bomen niet snel verwijderen, kan de verspreiding in enkele weken zo snel gaan dat soms volledige aanplantingen moeten worden gerooid. Niet alleen de appelbomen en de perenbomen kunnen bacterievuur krijgen, maar ook andere plantensoorten uit de familie vande Rosaceae kunnen worden aangetast zoals de mispel (Mespilus) en de kweepeer (Cydonia), de sierkwee (Chaenomeles), de dwergmispel (Cotoneaster), de vuurdoorn (Pyracantha), de meidoorn (Crataegus), de lijsterbes (Sorbus) en het krentenboompje (Amelanchier). 

Laatste info rond wetgeving

Hier raadplegen

Advies

U kan terecht bij ons met al uw vragen over herkenning, melding, praktische aanpak, vergunningen, beheer, EHBB-team …

Contact Meldpunt bacterievuur

Hoe bacterievuur herkennen?

Het bruinzwart verkleuren, verdorren en verschrompelen van bloemen, bladeren en twijgen zijn de typische symptomen van bacterievuur. Ook kenmerkend zijn de slijmdruppeltjes die zich vormen op
de vers aangetaste plantendelen. In deze slijmdruppeltjes krioelt het van de bacteriën ( Erwinia amylovora), de boosdoeners van deze ziekte. Via insecten, regen en wind maar ook door het
aanraken door de mens wordt dit slijm gemakkelijk verspreid en kunnen er nieuwe infecties ontstaan. Ook met de snoeischaar kan de infectie overgedragen worden als men éénmaal een infectie niet ver genoeg heeft weggesneden. Ook bij meidoorn kunnen de bloemen aangetast worden en bruinzwart op de twijgen blijven hangen gedurende de zomer.

Hoe bacterievuur vermijden?

Bij de nieuwe aanplantingen kan men best rekening houden met de gevoeligheid van bepaalde soorten of rassen voor deze ziekte. Ook voor de sierplanten bestaan er grote verschillen in gevoeligheid voor mogelijke bacterievuur infecties. In sommige gevallen is het mogelijk te kiezen voor alternatieve sierplanten die niet gevoelig zijn voor bacterievuur. De controles op bacterievuur infecties gebeuren best op regelmatige tijdstippen vanaf half mei tot eind augustus. Het regelmatig snoeien van bacterievuur gevoelige waardplanten kan de kans op infectie sterk reduceren. Door het regelmatig snoeien gaan de waardplanten minder bloeien, waardoor de kans op infectie verkleint. Daarom is het ook wettelijk verplicht om de meidoorn hagen te snoeien in de winterperiode ( tussen 1 november en 1 maart).

Hoe bacterievuur wegsnoeien?

Ziektehaarden moeten worden opgeruimd door de zieke plantendelen weg te snoeien tot minstens
50 cm onder de zichtbare aantasting. Doe dit steeds zeer omzichtig zodat u de ziekte niet zelf
verspreidt. Het is daarom ook absoluut noodzakelijk dat het snoeimateriaal (snoeischaar en zaag)
ontsmet wordt na elke ingreep. Hiervoor kan men gebruik maken van Dettol als ontsmettingsmiddel.
Doe dit zeker elke keer voor u een andere plant snoeit. Meestal is het nodig om meermaals op
dezelfde plant terug te komen om nieuwe infecties weg te nemen, maar uiteindelijk geraakt men de
infectie voor en kan de waardplant gered worden.

Wat met het aangetaste snoeiafval? 

Snel verwijderen van aangetaste plantendelen is noodzakelijk om de ziekte onder controle te krijgen.
Verbranden is de beste methode omdat de bacterie dan volledig gedood wordt. Kleine hoeveelheden
takken kunt u verbranden in de kachel, open haard, vuurkorf of barbecue. Voor grotere
hoeveelheden neemt U best contact op met de gemeente en is er een toelating nodig. Indien
verbranden niet mogelijk is worden de takken best in een volledig afgesloten verpakking
meegegeven met het restafval (bijvoorbeeld een gesloten plastic zak).